Trebor's Flarden, belicht in telkens korte stukjes, verhaaltjes, anekdotes het leven, het be’leven,
op een Grieks eiland.
Soms direct, soms van veraf, soms via de media of van horen vertellen of zeggen, mond tot mond.
Als je weg bent uit de directe invloed van ooit thuis, ga je dingen anders zien, anders benaderen en
beoordelen, kritischer of soms lacherig.

woensdag 25 mei 2011

Vrijheid van meningsuiting..?



Een recht, een vrijheid waar heel lang voor is gestreden, waar mensen voor zijn gestorven, bruut vermoord, gemarteld tot...
Gelukkig kunnen we, zonder natuurlijk onnodig kwetsend of discriminerend te zijn, zeggen wat we willen zonder daarvoor direct het gevaar te lopen onder de graszoden te verdwijnen.
Soms gaat het toch nog wel eens mis, zoals bij Theo, met zijn mening over de islam of bij onze blonde dandy Geert, nog wel niet verdwenen tussen zes plankjes, maar hij loopt wel dagelijks het risico. Zeg je iets over het besnijden, wat verminken van meisjes, kinderen nog, dan stoppen ze je in de ban, zoals Hirshi of zelfs het maken van een tekening, in cartoonstyle wel te verstaan, levert gevaar op voor lijf en (familie)leden, zoals een Deense kunstenaar nog dagelijks ervaart.
In deze gevallen gaat het om politieke uitingen over de islam en het ‘dreigende gevaar’ en de soms rare gewoonten die men binnen dat geloof er op na wordt gehouden.

Maar dan wat zich nu afspeelt op het dak van een boerderij in de Alblasserwaardpolder, in Nederland, roept toch wel zo hier en daar wat bedenkingen op. Discussies over mooi en lelijk blijven moeilijk en zullen nooit tot een antwoord leiden, wellicht tot een compromis, maar that’s it.
Boer Joop, een overtuigd Christen heeft of eigenlijk had in grote witte letters, passend in de sfeer van het landschap dus met koeienletters, de tekst ‘JEZUS REDT’ op het dak van zijn boerderij geschilderd.
Daar kon de schoonheidcommissie van de gemeente niet helemaal goed mee overweg, landschapontsierend en niet passend in de sfeer van de polder werd er aan gehangen en Joop werd gesommeerd de tekst van het dak te halen. Maar Joop, waarschijnlijk gesteund door God tijdens het gebed van elke ochtend, middag, avond en net voor het slapen gaan, weigert de tekst eraf te halen. God straft niet direct en voelt zich waarschijnlijk gestreeld in zo veel uiterlijke lofprijzingen aan zijn toen aardse afgezant.
Joop, niet voor een kleurtje te vangen, besteeg opnieuw het dak van zijn boerderij en heeft nu de tekst rood geschilderd om tegemoet te komen aan het gemeentelijk bevel. Daarin staat expliciet de eis dat de witte tekst van zijn dak moet worden verwijderd. Doet hij het niet, is het risico een dwangsom van vijfhonderd euro per week.

Joop denkt zijn recht op vrijheid van meningsuiting bij Europese Hof te kunnen halen. Nu is het voor hem maar te hopen dat zijn kreet ook voor hem geldt, ‘JEZUS REDT nu ook JOOP graag’...

Als dit waar is..?



Elk land heeft zo zijn of haar zwarte circuit, goed voor verkoop van luxe artikelen en niet leuk voor de ficus. Maar als puntje een beetje bij het paaltje blijft en iedereen er wel bij vaart wordt er ook niet direct keihard ingegrepen, althans nog niet.
Er zijn natuurlijk ook landen waar dit circuit inmiddels ruim is verlaten, elke vangrail rondom het plan uit de grond is ‘gereden’ en de rit ongestoord verder gaat in de vrije natuur. Graaien en vergaren zonder remmen.
Door alle zaken die zich afspelen in Griekenland is er zo ongeveer de laatste twee jaar een ongekende stroom van ‘zich verrijken’ ontstaan. Geld witwassen, criminaliteit, corruptie en belastingontduiking is een nationale sport geworden. Volgens diverse onderzoeksbureaus wordt er jaarlijks in bijvoorbeeld de prostitutie, drugshandel, illegale handel in alcohol en sigaretten een kleine 2,5 miljard euro omgezet. Daarbij komt nog een klein bedrag aan steekpenningen die aan overheidsinstanties en functionarissen worden betaald ; een slordige 3,5 miljard, geschat dan wel, dus iets minder of iets meer kan dus ook nog.
Dan gaan we met z’n allen de belasting nog even pootje lichten voor een kleine 20 miljard euro op basis van twaalf maanden en ontduiken ze de sociale bijdragen ook nog eens voor enkele tientallen miljarden.
Als de zakjapanner niet op tilt slaat bij het intoetsen van alle nullen om de miljarden bij te houden, zou de teller digitaal op het scherm een bedrag laten zien dat rond e 65 miljard euro per jaar aangeeft.



Duizelingwekkend bedrag voor een land dat in crisis leeft en geld moet lenen in de rest van Europa om niet failliet te gaan. De helft van het bedrag per jaar wit levert een land op met een gezonde begroting. Een schone taak, die langzaam gestalte gaat krijgen bij de huidige regering van Papandreou. Er gaat strenger worden gecontroleerd op inkomens van ondermeer doktoren, makelaars, advocaten, ondernemers in de diverse toeristencentra en eigenaren van grote auto’s, tweede, derde of zelfs vierde huizen en varende paleizen in de verschillende jachthavens. Daar ligt een bron van onverklaarbare inkomsten aan touwtjes te dobberen. Want een beetje boot kost al gauw een slordige vijftig tot zestig duizend euro of om als voorbeeld aan te geven, voor zo’n rubber ding van een meter of tien met twee hulpmotortjes van elk tweehonderd en vijftig pk tel je al snel honderdduizend neer. Maar een inkomen opgeven van meer dan vijftienduizend euro per jaar, ho maar, dat is altijd net iets minder.

Mag je straks netjes vertellen hoe je dat hebt gedaan, nu, toen en mogelijk al reeds ver daarvoor, kassa, billen bloot en op de blaren.

It is only humor...



Haar naam was ‘Lola’, een vierjarige kat uit het Engels Coventry 
die wel een heel slechte ervaring rijker is geworden.

Op een zaterdagochtend bleek Lola ineens verdwenen bij de eigenaar, een man die al eerder het slachtoffer was geweest van vandalen. Ondermeer hadden ze zijn  auto beschadigd en sindsdien had hij een stel bewakingscamera’s opgehangen aan zijn huis.
Toen na een uur of vijftien Lola nog niet was komen opdraven voor haar portie ‘Gourmet’ besloot hij zijn camerabeelden te bekijken. Tot zijn schrik ziet hij daar een vrouw een kat, zijn Lola, in een kliko deponeren. Inmiddels loopt de kat weer vrolijk rond en heeft geen schadelijke gevolgen ondervonden van de spontane onderdompeling tussen het huisvuil.
De camerabeelden van de dumpende vrouw zijn door de man op internet geplaatst en na door zo’n achttien duizend mensen te zijn bezocht werd, via Facebook, de vrouw ontmaskerd.


De politie heeft haar een bezoek gebracht en haar commentaar op de actie waren redelijk schokkend. ‘Ik speelde slechts met de kat en het bezoek aan de kliko was als grappig bedoeld’. Waarom al die ophef, ‘het is toch maar een kat..!’
De beelden hebben vele Britten ontzet en inmiddels is de vrouw het mikpunt van dierenbeschermers en stemmingmakers en ontvangt ze doodsbedreigingen. De politie heeft haar in bescherming genomen tegen dit soort aantijgingen.
De ‘Koninklijke Vereniging voor het Voorkomen van Wreedheid tegen Dieren’ heeft wel een onderzoek ingesteld naar de actie van deze grappige dame.

Zij is zeker geen katje om zonder handschoentjes in de kliko te deponeren. Het is ‘Bale’ maar, geintje…


zaterdag 7 mei 2011

Expositie met toewerpverschijnselen...


Elf september blijkt een explosie dagje te zijn of meer en meer te worden. Kom je voor de opening van een exp’l’ositie met een internationaal tintje en word je het doelwit van een aanval.
Oké, er zijn vele Grieken niet blij met wat zich allemaal afspeelt in het land, velen zijn of worden de dupe van de bezuinigsmaatregelen van de regering Papandreou. Tijdens zijn bezoek aan Thessaloniki, voor die expositie, waren er protesten. Onder de protesterenden een radioloog, een lid bleek later van een ultraconservatieve organisatie, die het dus ook niet helemaal eens was met de fiscale hervormingen.
Heb je het al niet zo breed en moet je kritisch zijn op wat je wel of niet uit kan geven of aan kan schaffen. Boos zijn mag ook, maar dat je dan één van je kostbare schoenen naar het hoofd gooit van de premier en nog mist ook is natuurlijk niet echt handig. Blijf je toch zitten met maar één schoen en dat loopt lastig, maar een er schuilt ook een voordeeltje in. Na de poging geselecteerd te worden voor het Griekse honkbalteam, met twee van zijn vrienden, was er de sercurity die de man netjes, hangend tussen twee van die kleerkasten met oortjes achter hun oor, afvoerden.

Met een beetje geluk krijgt hij het werpexemplaar na de rechtzaak terug, maar voorlopig zal het wel zitten worden en daar heb je geen twee schoenen voor nodig, zelfs die ene is nog teveel.

Eén spraytje en je blaakt...

Reclame, een perfect middel om je producten aan de man te brengen. Ik zou liegen als dit niet zo was, want jarenlang, een kleine vijfendertig jaar, heb ik in die wereld vertoefd en dingen moeten bedenken om mijn klanten van de meest uiteenlopende producten of diensten af te helpen. Met daarbij ook nog graag een voordelig saldo aan het einde van de rit, voor hem/har en natuurlijk ook voor mij.
Maar soms zit ik naar reclamespotjes op televisie te kijken waarbij ik dan denk, wat bedoelen ze met deze onzin of dingen waarvan ik denk dat het meer een effect heeft op iets anders dan het te promoten product.
Het creatieve ego van de bedenker of de maker staat hoger op de prioriteitenlijst dan het waar de commercial daadwerkelijk voor moet dienen, verkopen. Door de klant gefinancierde egotripperij zonder resultaat.
De reclame van ‘PietjePitamientje’, de boy van de pindakaas zal een ieder zich nog wel herinneren. Een topper eerste klas, knap bedacht, maar commercieel gezien een ‘grote flop’. De naam Calvé, want dat is het merk pindakaas, werd en is er niet of nagenoeg niet bekender door geworden en als de spot op televisie is geweest zouden er de andere dag minder potjes op de plank van de supermarkt moeten staan. Niets is minder waar, geen potje meer en meestal de vraag wie is dat ventje of waar kun je dat ventje zien? ‘Pietje Pitamientje” is een begrip geworden, maar niet voor herhaling vatbaar. Een commerciële dood gestorven, ten onder gegaan aan eigen succes.
Om bij hetzelfde product te blijven en wel een succesvol resultaat te boeken hebben ze een serie spotjes gemaakt met een ander insteek. Neem die van Joop Zoetemelk, een jongetje op de fiets richting school en halverwege, even schuilen in het bushokje voor de regen en het nuttigen van een beenversterker, doping. Boterham met pindakaas, smaakt het jongen, ja meester! De andere dag de schappen vertonen minder potjes. Het werkt. Zo ook die van Evert van Bentem, schaatsjes onder en na het nemen van diverse slootjes, even op ene bruggetje een boterham met pindakaas. Het werkt wederom.
Terug naar een spotje over deodorant, een spray waar je je weer kerel van gaat voelen, een spray die onder extreme omstandigheden zorgt dat je niet gaat ruiken, onder de oksels. Niets verkeerd aan, lekker voor degene die toevallig naast je komt staan en niet direct de vlucht hoeft nemen of langzaam ter aarde zakt bij het inademen van jouw okselgeuren.
De bijbehorende beelden om dit verhaal duidelijk te maken werken een beetje op de lachspieren, sorry deofantast.
’s Morgens neemt een man, na een verfrissende douche, een shot van het zelfvertrouwen biedende spraytje. Zo de dag kan niet meer stuk, kom maar op, wat ik onder mijn armen heb kan de hele ‘geurwereld’ aan. Vervolgens gaat de man naar zijn dagelijkse bezigheden, zijn beroep, blakend van zelfvertrouwen, want dat heeft hij wel nodig. De man is brandweerman en staat dagelijks voor hetere vuren dan een beetje onwelriekende okselgeuren. Zou de geur van brandend ‘vanalles’ het niet winnen van het spuitbusje, boem, daar lag nog een aangebroken exemplaar in het zwart verkoolde badkamerkastje. Een geurbom en je ziet de brandweerman genieten van de geur die vrijkomt, totdat hij merkt dat het niet zijn merk is en zet vol de brandspuit op het onontplofte bommetje.



De combinatie tussen lekker ruiken onder de armen en een paar uur doorbrengen met het blussen van rokende puinhopen en er uit komen met walmen van verschroeid plastic, stof of hout, ontgaat mij compleet.
Die vent is al een kanjer, die blaakt al van het zelfvertrouwen, want ander ga je niet zo fikkie in met een spuit en zeker niet met een deospuit. Alsof er iemand na gedane arbeid tegen hem zal zeggen; ‘goed gedaan en wat ruik je lekker’. Ja, als een te lang op de barbecue gelegen karbonade, zo eentje met van die zwarte stukken overal.
Na afloop lekker douchen, goed heet zodat de rookmelder afgaat door de ontstane stoom en natuurlijk flink schuimen. Lekker rossen met de ruwe handdoek, zo weer het mannetje, als er alarm is weer het brandweermannetje.
De spray onder de armpjes en op naar de vriendin. ah, die vindt het maar al te lekker als hij niet meurt onder de armen en toe is aan een andere hete klus. Zij moet geblust worden en daar heeft’ie zelfvertrouwen voor nodig, uit ’n bussie onder druk...






Om één klemtoonfoutje...


Voor je het weet heb je een probleempje en iets uit te leggen. En hoe doe je dat in een taal die je nagenoeg niet of zeg eigenlijk maar helemaal niet beheerst. Zit je dan ook nog in een situatie dat de partij waarmee je de ‘handen en voeten’ conversatie mee dient te voeren met het stoom uit de oren tegenover je staat. Stoom met een gegronde reden mag u aannemen, want ik beging en stommiteit eerste klas. Een klassieker waarschijnlijk in dit taalgebied, want we hebben het over één van de meest eenvoudige talen die er op deze aardbol is, het Grieks, het nieuwe zeggen ze dan ook nog eens met nadruk. Het oude gaat geloof ik nog met uitsluitend dikke stoffige boeken, gehanteerd door doktoren en apotheker om de meest vreemdsoortige zalfjes en poedertje bij naam en toenaam op te zoeken en deze zouden moeten leiden naar het beter worden van de patiënt.
Maar daar was de stoom niet door ontstaan, al zou een kalmeringsmiddeltje voor hem voor mij een redding kunnen zijn.
Wat had ik nu eigenlijk gezegd, dat het een klootzak was, maar ik bedoelde te zeggen dat iets zacht was. Hierbij zit in het Griekse woord slechts een klemtóón verschil.
Fonetisch en even met alle accenten die nodig zijn om dit woord duidelijk te maken, ook voor de toekomst, mocht u Griekenland met een bezoek willen vereren en niet in een zelfde situatie wilt verzeilen als ik op dat moment.

Het gaat dus om het begrip zacht; mà-là-ká en ik stotterde tegen ons stoommachinetje er iets dergelijks uit, maar dan met één accentje de andere kant uit; mà-lá-ká. Dus voor de goede lezer, op de tweede a staat het accent of in à-stand en in het stoomstandje staat het accent in á-stand.

Dus mocht u rustig gaan slapen, voorkom dan de tweede stand van de a bij het wensen van een gezonde nachtrust, slaap zacht, heel vriendelijk van toon, málàká, want is de toon verkeerd dan is standje twee, degene die naast u ligt, ineens een klootzak.

Uitleg in eigen taal zal nog gaan, maar ik wens u op voorhand sterkte om dit in Grieks tegen een briesend mannetje te doen, welterusten, kaló hypnó..!

Kedeng, kedeng, kedeng....


Normaal leg je een boot, zeilboot, rubberboot, jacht, visserboot of –bootje op een moring, maar een complete trein heb ik nog nooit van gehoord. Maar Friesland blijft Friesland, dingen zijn niet te verstaan of uit te spreken, maar nu is er een categorie bijgekomen, onmogelijke dingen die niet te geloven zijn.
Rijd je ’s avonds zo rond een uur of half twaalf op je fietsje door het dorp en hoor je ineens een gigantische knal. Wat kan dat nu zijn in het anders zo rustige en vredige Stavoren, is het vrouwtje van haar sokkel gevallen of is er heel iets anders gebeurd dat bij de vertaling van het NOS Journaal minimaal ondertiteling nodig zal hebben.
Kom je om de hoek van het grote plein en zie je tot je stomme verbazing een heuse trein passeren zonder enige poging tot het stoppen voor het uit te laten stappen van reizigers. Een ritje geheel buiten de normale dienstregeling om. Later bleek de enige bemanning van het monster een viertal werklieden te zijn, want de trein was een zogenaamde werktrein. Een werktrein die inderdaad de daad bij het woord stelde en zijn werkterrein had weten te verleggen van rails naar vrijbaan. Dat deze daarbij een stootblok over het hoofd had gezien en dwars door de lokale watersportwinkel was gedenderd was slechts een bijkomstigheid, een noodlottig incident.
Ergens ver over de helft van het plein is de gehele zaak, inclusief de halve inhoud van de watersportwinkel, tussen laarzen, bolders, touwen, vishengels en bijbehorende netten tot stilstand gekomen,  met een in volledige shock verkerende machinist nog in de cabine van de locomotief. Voor deze hele combinatie had de trein een stilstaande tankwagon nog voor zich uit gedrukt en meegenomen in de race tegen een stop op het juiste moment op het plein.
Hierbij zou je er niet bij na moeten denken wanneer een en ander zou zijn gebeurd op klaarlichte dag, met een winkel vol watersportliefhebbers en vissers nu net op zoek naar dat juiste dobbertje en bijpassende haakje voor een goede vangst die dag.

Beet hadden ze zeker gehad, een grote vangst met wel heel desastreuze gevolgen, maar gelukkig dat was niet het geval.