Trebor's Flarden, belicht in telkens korte stukjes, verhaaltjes, anekdotes het leven, het be’leven,
op een Grieks eiland.
Soms direct, soms van veraf, soms via de media of van horen vertellen of zeggen, mond tot mond.
Als je weg bent uit de directe invloed van ooit thuis, ga je dingen anders zien, anders benaderen en
beoordelen, kritischer of soms lacherig.

zondag 19 juni 2011

Blauw, meer blauw, veel meer blauw op straat..?


Zou dit nu werkelijk helpen tegen een maatschappij waarin elementen rondlopen die voor geen enkele reden vatbaar zijn, zich vervelen en dat afreageren op de medemens. Een tekort aan geld, niet om te eten, nee, voor het allerlaatste nieuwe model mobiel of scooter, want anders ben je niemand, hoor je er niet bij, ben je een loser.
Dat is één categorie, dus een aantal uiterst gefrustreerde, aan de rand van de samenleving hangende figuren, autochtonen en allochtonen, die moeten zien te functioneren op een normale manier en daar geen kans toe zien of willen zien.
Dan hebben we een categorie, ‘kanshebbers voor de Nobelprijs der Criminaliteit’, toekomstige kostgangers van de heer Opstelten, de man van het verdubbelen van de bonus na gedane arbeid, mits gepakt natuurlijk.

Want daar zit de bottleneck, de kans dat je wordt gepakt voor wat je hebt gedaan. Slechts één derde van de gepleegde zaken, maakt niet uit wat, maar hoofdzakelijk de overvallen op winkeliers en sinds kort ook direct bij de mensen thuis. Veelal gepaard gaand met een overdosis aan extreem geweld, waarbij het slachtoffer of slachtoffers voor langere tijd een verblijf wordt gegarandeerd in een ziekenhuis of zelfs met de dood tot gevolg.
Uiterst lucratief blijkt in de praktijk, want met bivakmutsje en een groot kaliber kanon. Uiterst eenvoudig aan te schaffen in bijna elke kroeg op de hoek of anders laat je een briefje achter met het gewenste model en het formaat gaten in het potentiële slachtoffer, morgenavond tegen contante betaling af te halen.


Ik heb zo mijn twijfels of meer blauw op straat deze tendens kan doorbreken, naar mijn mening zou meer ‘incognito’ op straat een veel beter middel kunnen  zijn. Die auto met al die mooie fluoriderende strepen werkt ongetwijfeld preventief, op het moment dat de dader iets zou willen, effe wachten, nog effe wachten, nog maar effe wachten, ja, nu is hij de hoek om, nog even geduld, dus nog effe wachten tot het blauwe zwaailicht een paar straten verder is en dan...
Als een kamikaze, zwaaiend met model volgens het verlanglijstje, binnenstormen en ik wil de kas, de kluis en als je niet luistert, snel, ook jou en daarbij deelt de dader een fikse dreun uit met de achterzijde van het kanon om zijn woorden kracht bij te zetten. Nog niet snel genoeg of tegensputteren, laat staan terugvechten, boem, rien ne va plus, de komende dagen vechten voor je leven, als je het redt, voor de rest van je leven, tussen de oren. 
Voor het publiek staat dat blauw schitterend en zou dus een gevoel van veiligheid moeten geven, ja, dus, zolang in het zicht van. Daarna, en daar kan geen enkele agent iets aan doen, laat dat voorop staan, gebeurt het pas.

Onopvallend, aanwezig zijn op plaatsen waar regelmatig ‘iets’ gebeurt dat het daglicht niet kan velen. Zo kun je door te observeren wellicht vele malen meer voorkomen dan het duidelijk zichtbare blauw, niet dat dat van de straat zou moeten, want ook juist het op het juiste moment passeren van het blauw verraadt een potentiële dader of daders aan de stillen.

Zodra er kans kan worden gezien meer daders op te pakken is de eenvoud om de ontmoedigende boodschap de ‘wereld’ in te sturen uitermate eenvoudig. Gepakt, snelrecht en zitten of naar een werkkamp.
Volgens de experts geeft het aantal maanden zitten je op de straat weer een bepaalde status, een treetje hoger in de pikorder, toepasselijke naam, ik order en jij pikt al het welzijn, maar dan moet je wel een jaartje of twee er op hebben zitten.
Dat werkkamp draagt tenminste ook nog wat bij aan de maatschappij, Oost-Groningen, aardappelvelden zat, op de knietjes van ’s morgens, laten we geen onmensen zijn, zeven uur is wel een mooie tijd, tot ’s avonds zes uur. Elf uur werken, met een uurtje pauze om te pissen, te poepen en wat te eten en te drinken. Voor de rest rapen, rooien, en netjes en niets laten liggen, je quotum halen van de dag, zoveel kisten en pas dan krijg je ‘s avonds eten. Niet gehaald, geen eten, voor ‘straf’. Je hebt geen kind aan ze, te moe om nog een blik, kan niet want ze krijgen uitsluitend vers van het land voorgeschoteld, naar de televisie te werpen, de oogleden hangen op de knieën, die stijf zijn van het in de klei rond kruipen, morgen half zes, zeven uur beginnen. En maar hopen, elke dag weer, dat het niet gaat regenen, lekker zuigend.

Meneer Opstelten, u mag gerust de strafmaat verdubbelen, aardappels genoeg en als die op zijn, de bieten. Mocht de ‘dubbel’ dan nog niet zijn voltooid, omspitten met het handje voor het volgende seizoen, de nieuwe, lekker. Wellicht voor de collega krimi’s, de nieuwe lichting die ongetwijfeld komt, of voor het uitdienen van het reeds zelf afgesloten contract met Justitie.

Helemaal niks geen uitwisseling van opgedane ervaringen in de praktijk op de binnenplaats van het ‘vakantieoord’ of tijdens de spelletjes middag, twee beurten overslaan want je zit in de gevangenis, maar je ontvangt wel je uitkering.

Af en toe heb ik zo het idee dat je beter in de bajes kunt zitten, dan in een verzorgingshuis. De termen vallen een beetje vreemd uit, verzorging zou je toch van verwachten, een helpende hand bij het wassen en aankleden, het helpen drinken van een kopje koffie of het voorlezen van de krant als je daar zelf niet meer toe in staat bent. Sorry, maar daar hebben we geen tijd voor, het aantal wachtenden voor u is nog veel, héél veel...
Terwijl de heren en dames, oké, ze kunnen niet even naar de PC voor een boodschapje zoals ze normaal waren gewend te doen, maar voor de rest hebben ze het niet echt zwaar. Dagelijks de mogelijkheid tot een bezoek aan de gym, voor de conditie en oh wé, als er ergens een spiertje dienst weigert, dokter ik kan vandaag en morgen geen zakjes plakken, gescheurd denk ik. Ik schrijf een receptje voor je, pijnstillers, af te halen bij de apotheek op de ‘drugsvrije vleugel’ tussen negen en twaalf en twee en vier uur. En een bezoek aan de therapeut lijkt me ook wel noodzakelijk.
Moet je eens mee komen in het huis der verzorging, de pijnstiller met ingebouwd slaapmiddel is snel vergeven. Nu zal de blessure niet veroorzaakt zijn door een bezoek aan de gym, maar eerder eentje van het kaliber, pijn in de rug van het lange liggen of scheefhangen in de leunstoel voor het raam, aan de verkeerde kant van de geraniums.
Maar een bezoek aan of een bezoek van een therapeut, effe wachten, nog effe wachten en hopelijk komt hij om de hoek en stopt hij of zij bij jouw bed. Ik heb zo’n, oké, ik kom morgen terug, want ik heb er nog een aantal vandaag, dus effe geduld, tot morgen.

Je zal er maar moeten werken en de werkdruk met z’n allen niet aan kunnen en zo de ‘opbouwers van onze welvaartsstaat’ ten onder zien gaan, effe wachten en dan is deze generatie uitgestorven en heeft niemand meer ‘recht van spreken’.
Wie zijn  er nu de veroordeelden, de gevangenen..? 

Er wordt netjes voor de gevangenen gezorgd, keuzemenu per dag, inclusief de persoonlijke wensen, ietsje meer zout, sla in plaats van andijvie of geen vlees en gebakken in plaats van gekookte aardappeltjes, nieuwe graag met een mosterdsausje. Bull shit!

Meneer Opstelten, wanneer wordt u echt wakker en zet u de boel eens echt ‘Op Stelten’, de knuppel in het criminele hoenderhok, aanpakken die handel.

Dank u wel, slaap lekker en droom er eens rustig een nachtje over, eentje is genoeg hoop ik..?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten