Trebor's Flarden, belicht in telkens korte stukjes, verhaaltjes, anekdotes het leven, het be’leven,
op een Grieks eiland.
Soms direct, soms van veraf, soms via de media of van horen vertellen of zeggen, mond tot mond.
Als je weg bent uit de directe invloed van ooit thuis, ga je dingen anders zien, anders benaderen en
beoordelen, kritischer of soms lacherig.

zaterdag 26 februari 2011

Drie jaar werk tentoon...


Zeventig foto’s, keurig geprint op één centimeter dik foamboard, strak in formaat, rechts gericht over het waterpas, vormde een tentoonstelling over ongeveer drie jaar aan de rand van menig arena schieten. Acties, emoties, spanning en sensatie tussen en buiten de lijnen. Spelers, scheidsrechters, grensrechters en supporters, soms hooligans, gaven voldoende ‘voer voor mijn Canon’ om zo’n presentatie te kunnen realiseren. Foto’s waarvan een aantal reeds eerder zijn gebruikt in de ‘Ta Nea’, de lokale krant en op de diverse sportblogs in Griekenland, zoals ‘Sport Paros’.
Twee dagen, samen met mijn vriend Stephanos tussen de plaatsjes om een logische opstelling zien te vinden, doen we vier-twee-vier of toch maar vier-drie-drie met de ruit naar voren. Doen we die daar en dan die er naast, dus meer een opstelling met de ruit naar achter en de trainer aan de zijkant, zoals het hoort. Zo werd de ‘Apothiki Art Center’ omgetoverd tot een arena, het ‘Nou Camp’ van Paros en konden de teams komen.
Vanuit het archief bleven er na de selectie voor, nog zo’n kleine vierduizend opnamen over en deze werden tijdens de expositie, voorzien van stiekem opgenomen commentaren tijdens de wedstrijden, via een beeldscherm getoond. Een compleet, zij het gehusseld, beeld van wat er zoal gebeurt tijdens de vele potjes.

Na de gebruikelijke, goed bedoelde en van veren voorziene voorwoordjes door voorzitters, journalisten en de fotograaf van dienst, kon de expositie als geopend worden beschouwd en hoorde je al snel, kijk dat ben ik, dat was in die, nee joh, in die wedstrijd. Op de achtergrond de geluiden van aanwijzingen schreeuwende trainers, reacties van publiek of knallend vuurwerk en soms de conversatie op de bank, de bank van journalist, dokter en fotograaf.



Kijk die foto, daar lig je, wat een aansteller ben je, niets aan de hand, dokter erbij, even sprayen en spelen en rennen als een kievit. De terechte of onterechte gele of rode kaart, het ongeloof in de ogen, zo van ik deed helemaal niets, keurige doodschop zonder overtreding, krijg je daar nu rood voor. Scheids kijk toch eens beter uit je ‘doppen’, was helemaal niets. Die kaart wordt me ‘aangenaaid’ door die vent daar, die daar onder de ijskoude spraydouche van dokter Petros.
Emotie genoeg om eigenlijk te moeten schieten met een motordrive, maar shot by shot is vele malen spannender, om juist op dat moment het moment te pakken dat je wilt hebben.
Hetzelfde geldt bij acties van keepers, in één shot de actie pakken geeft een soort van kick bij het zien van het eindresultaat, laag vliegend richting rechter of linker bovenhoek, de vingertoppen nog net het projectiel voldoende rakend om het te laten verdwijnen over of langs het houtwerk, tegenwoordig meer het aluminium. Of van die acties waarbij lijf en ledematen ernstig gevaar lopen anders uit de safe te komen dan deze normaal zouden moeten functioneren. Zonder enige schroom werpen de ballenvangers zich menigmaal voor de voeten van aankomende spitsen.
Trainers en bijbehorende ‘zich ook op de bank bevindende producten’ rondom een voetbalteam laten zich regelmatig gelden aan de zijlijn om de scheids duidelijk te maken, bijna nooit op een perfecte beslissing in hun nadeel, dat ze het er niet mee eens waren en zijn. De trainer lijkt af en toe wel zo’n losgelaten duikelaartje om zijn spelers, met verbaal geweld en bijbehorende bewegingen, dat te laten doen wat op de training van afgelopen week is besproken en geoefend. Jammer, toen was de tegenstander de andere helft van het team en nu staan er elf getergde tegenstanders die daar niet aan mee willen doen. En dit allemaal in opdracht van hun duikelaartje voor de andere dug-out.
Randtaferelen, mensen die zich voor hun cluppie inzetten met bijvoorbeeld de reeds eerder beschreven voedselvoorzieningen. Fasolia met salagaria, bonen met uien en slakken, ondersteund met een glaasje souma op zondagochtend kwart voor tien, in de rust van de wedstrijd. Laat maar even gaan, om een uur of twee, lekker, doe mij maar een kop koffie, zwart en lekker sterk.
Het publiek, de fans van, bestaat uit een mix van soms de meest vreemdsoortige pluimage, van uiterst aantrekkelijk vrouwelijk schoon, de boer direct vanaf het land, de papa’s van de kerk tot en met de fanatiekeling. Vuurwerk met een ongekend hoog knalniveau, dekens van rollen papier creërend voor de wedstrijd en soms een reactie van emotie waarbij de fase ‘door het lintje gaan’ regelmatig wordt bereikt. Hekken, prullenbakken en alles wat zich in de buurt van voeten of handen van deze ‘fans’ bevindt moet het dan ontgelden. De scheids en zijn secondanten krijgen bijna rood, rode oortjes van de hen toebedeelde scheldkanonnades, waarbij het woord ‘malakkas’ meestal nog het netste woord schijnt te zijn. Als de doc voor mij de vertaling erover laat gaan, stokt de translator bij gebrek aan een Engels woord voor de gebruikte Griekse term.
De camera gaat gewoon door met het vastleggen van de bij deze fans behorende emoties. Waarbij alert blijven voor laag overvliegende waterflesjes en met een schuin oog toch de bevestigingen van het hek, de beveiliging tussen hen en ons, in de gaten houden. Hou ‘tie het wel of hou ‘tie het niet, zoniet, dan wegwezen.
Foto’s die dingen duidelijk maken, denken te maken, dingen weergeven die heel anders waren dan dat ze op het eindresultaat zeggen. Een speler oog in oog met de scheidsrechter, vingertje aan het linker oog, zo in de stijl, ‘mankeer je wat aan de ogen scheids?’ Het was helemaal niet buitenspel, er stonden nog twee man voor me. Helemaal anders, terwijl de foto die actie toont, want op het kunstgras van Parikia liggen tussen het groene plastic gras van die zwarte rubber korreltjes. Zo’n ding zat in het linker oog van de speler en de scheidsrechter was even zo behulpzaam hier naar te kijken en het er uit te vegen.

De bezoekers aan de expositie bekijken de foto’s vanuit verschillende invalshoeken, de spelers als spelers, genietend van de al dan niet eigen acties  en de neutrale bezoekers zie je reacties geven op de foto’s met emoties in de gezichten. De fotokenners gaan er eens even goed voor staan en bekijken elk plaatje met een ‘kennersblik’, meestal kritisch, zo in de stijl van ‘ai, die is net door de scherpte heen’ en dan duidt zij maar meestal een hij op een medespeler die helemaal niets met de actie heeft te maken en er mogelijk een kleine tien meter vandaan staat. Speler A tackelt speler B en het onscherpe achtergrondje, speler C, staat erbij en kijkt erna, scherp, maar onscherp op de foto. Niet belangrijk, reactie ene oor in andere oor uit en wachten op de volgende en vooral blijven glimlachen totdat en dan komt de scherpte acuut terug, direct recht zo die gaat.
Volgens mij staat dan het kritische nootje buitenspel en valt er weinig meer te schieten of het moet de rode kaart zijn, de vriendelijk ingepakte mededeling de zaak niet op de spits te drijven en zich buiten de lijnen te begeven. Van een koude of warme douche knapt het nootje wellicht wat op, zoniet, dokter sprayen graag..?

Maar het meest belangrijke van deze expositie is het feit dat ik mijn wekelijkse dingen kan laten zien aan de ‘slachtoffers’, de hoofdrolspelers, en geïnteresseerden, met daarbij de leuke bijkomstigheid, dat daarna een flink aantal mensen op Paros weten wat ik doe en kan doen, foto’s maken op een spontane wijze, zonder geknutselde toeters en bellen, photoshopvrije acties, emoties en portretten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten