Trebor's Flarden, belicht in telkens korte stukjes, verhaaltjes, anekdotes het leven, het be’leven,
op een Grieks eiland.
Soms direct, soms van veraf, soms via de media of van horen vertellen of zeggen, mond tot mond.
Als je weg bent uit de directe invloed van ooit thuis, ga je dingen anders zien, anders benaderen en
beoordelen, kritischer of soms lacherig.

vrijdag 25 februari 2011

Ikke wille Grieks en jij spreke Engels...


Grieks leren, een zaak van een heel lange adem, uithoudingsvermogen en een dosis incasseringsvermogen.
Het begint met goedemorgen, goedemiddag en goedenavond is weer hetzelfde als goedemiddag, bij het komen dan, maar bij het weggaan is er weer voor goedemorgen geen woord en doen ze alles weer af met een soort van goedendag of goedemiddag. Tijdens de vele potjes voetballen, althans de fotografie daarvan, leer ik al heel snel de betere woorden, die uit het achterste deel, het supplement, de scheldwoorden en andere, minder vleiende uitdrukkingen. Als ze allemaal uit zouden komen bij voor wie ze bestemd waren stonden er in tweede helft nog maar weinig spelers en zeker geen grensrechters en scheidsrechter tussen de lijnen en kon de wedstrijd verder worden afgedaan op papier of als een potje blaasvoetbal zonder spugen.
Langzaam groeit het aantal woorden, maar het bouwen van zinnen blijft een probleem en als het dan in het Grieks probeert te doen in een winkel of restaurant krijg je in het Engels antwoord en is de taalcursus inkopen op z’n Grieks voorbij.
Het begint in deze taal met het ontcijferen van de lettertekens, want in het verleden moeten die Grieken volgens mij wel heel creatief zijn geweest. Zij zullen dit ongetwijfeld van ons vinden, maar daar leer ik geen Grieks mee. Eindelijk kun je dan dat, wat ze eveneens op de meest uiteenlopende Griekse creatieve wijze aan de muur hebben bevestigd, lezen, althans uitspreken. Met zo’n beetje een knoop in je tong is het woord er uit, maar wat betekent het nu, dat is de volgende vraag. Wanneer het bijvoorbeeld boven een herkenbaar winkel hangt kun je het wel wagen om te gokken en niet direct af te gaan door de zijdeur. Dus wanneer er ‘fournos’ boven de deur hangt, sta je regelrecht, en dus niet tegenover een winkel waar fornuizen worden verkocht, nee, dat blijkt dus de bakker te zijn. Het is wel logisch, want brood bak je niet bij de ‘trapèza’, dat is de bank, nee, dat doe je in een oven, een fournos..
Zo langzaam groeit er een bestandje van woorden in de grijze hersencellen, maar dan met dit woordenboekje proberen een zin te maken, vergeet het maar. Ben je na twee woorden op gang, na een aanloop van ongeveer een half uur en twee glazen souma, krijg je meteen de kous op de bruin verbrande kruin, verkeerd of dat moet je zo zeggen. Noem het maar de verkeerde klemtoon of uitgang, mannelijk of vrouwelijk blijkt een heel verschil te zijn, nooit geweten...
Of het mooiste zijn de woorden met het gebruik van die links rechts streepjes bovenop de letters, de klembenadrukkers. Gebruik je die net anders om dan ze horen te worden gebruikt, sta je zomaar iemand uit te schelden in plaats van te complimenteren. Denk je netjes en beleeft te zijn, krijg je een ‘stuiter voor je kop’.
Zo hadden we het ook een keer op een huwelijksfeest, de hele ceremonie achter de rug, in de opstelling, in de rij voor het feliciteren van de familie en het kersverse bruidspaar, ‘chronía polá’. Worden we toch door de aanhang een beetje vreemd aangekeken, ‘gelukkig jaar’, rechttoe rechtaan vertaald en dat is na de investering van het feest toch wel wat erg kort door de bocht. Je wenst een bruidspaar dus een lang en gelukkig leven samen, ‘nazízete’.

Zo zijn er vele mogelijkheden om blunders te maken, blijven doen anders leer je het nooit en er vooral smakelijk om blijven lachen en hopelijk kan de persoon aan de andere van de ‘stroom Grieks’ uit Hollandse mond er ook de humor van inzien. Yassou, ta lème..!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten