Trebor's Flarden, belicht in telkens korte stukjes, verhaaltjes, anekdotes het leven, het be’leven,
op een Grieks eiland.
Soms direct, soms van veraf, soms via de media of van horen vertellen of zeggen, mond tot mond.
Als je weg bent uit de directe invloed van ooit thuis, ga je dingen anders zien, anders benaderen en
beoordelen, kritischer of soms lacherig.

zaterdag 26 februari 2011

Oudheden maken je in rap tempo lichter...


Mooi stukje grond, ergens tussen de andere huizen, met fraai uitzicht op de haven en een oude begraafplaats, een ancient cemetery. Fraai zeker, maar handig niet, want op het moment dat je je gaat melden voor het verkrijgen van een papiertje met daarop de nodige stempeltjes en zegeltjes, tegen geringe vergoeding natuurlijk, officieel en per envelop, ben je aan de beurt. Er komt een aanhangsel aan de bouwvergunning te hangen, een gebied, een stukje grond met mogelijk nog wat restanten van wat ooit iets is geweest, een deel van die oude rustplaats of wellicht een tempeltje dat daar ooit eens heeft gestaan en onder de aarde is verdwenen. Ja, maar er staan al zoveel huizen daar en net op dat stukje daar tussen wil ik graag bouwen en nu mag het niet of ik moet eerst de archeologische dienst aan het werk zetten.

Aantonen dat er niets onderligt begraven, iets van toen en dat moet jij, de eigenaar van het stukje grond, betalen. Voor het laten zoeken moet worden gedokt of je wilt of niet, anders geen bouwwerkzaamheden. Een team van zo’n mannetje of drie, twee gravers en ééntje de kenner die aangeeft waar er gegraven moet worden, kwastje mee en daar komen de eerste restanten vrij. Fotootje hier en eentje daar, dat gaat mee voor onderzoek en voorlopig dus even wachten met bouwen. De uitslag verneemt u later, veel later, snelheid met oudheden, ze liggen er al zolang, dus waarom haast. Probeer het niet om toch maar alvast in afwachting op te beginnen met het storten van een plaatje beton, zo in de stijl; alles wat je niet meer ziet kun je ook niet onderzoeken, beton erover en niet meer lullen. Nee, dat is er niet bij, dan ben je echt zuur.
Maar wat nu als er echt iets ligt van historische waarde? Graven met alle voorzichtigheid en bloot leggen wat er bloot te leggen valt, hekje er omheen en de losse stukken, zoals munten, amforen, beelden of delen van worden veilig gesteld voor ‘verzamelaars’, in het archeologisch museum.

De archeologische dienst koopt daarna het stukje grond van je en de bouwvergunning kun je op je buik schrijven, niets wordt er opgetrokken op dat stukje grond, nu niet en nooit niet. Voor eens en voor altijd een plekje voor de toerist, een plekje voor de foto’s in het album thuis, maar genieten van het fraaie uitzicht op de haven is niet meer aan de orde.

Maar er is en grote maar, op het koopcontract staat een waarde van zestigduizend, terwijl er zo’n kleine honderdduizend euro is betaald en dat was toen een goede koop. De truc van de Griek om de belasting die over zo’n aankoop, zestig op papier en honderd over de tafel, moet worden betaald een beetje te drukken en dat komt nu even als een mokerslag terug. De grond kwijt, het uitzicht ingeleverd en ook nog eens veertigduizend eurootjes armer. Want die jongens van de ouwe zaken nemen het officiële contract onder de loep en alles voor de komma wordt netjes vergoed, als er geld is natuurlijk. Dus wat je hebt betaald is aan jou en zo lever je met wat laten scheppen in de grond scheppen met geld in.
Je draagt op deze manier netjes bij aan de toeristische, historische locaties op het eiland. Efcharísto polí..!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten