Trebor's Flarden, belicht in telkens korte stukjes, verhaaltjes, anekdotes het leven, het be’leven,
op een Grieks eiland.
Soms direct, soms van veraf, soms via de media of van horen vertellen of zeggen, mond tot mond.
Als je weg bent uit de directe invloed van ooit thuis, ga je dingen anders zien, anders benaderen en
beoordelen, kritischer of soms lacherig.

vrijdag 25 februari 2011

Uitstervende rassen en zaken...


Er zijn overal ter wereld van die beroepen die gedoemd zijn uit te sterven, niet uitgeoefend worden of kunnen worden. Om de verklaarbare reden dat er vaak geen opvolging is of iemand anders die activiteit niet wil of kan overnemen. Kijk ik hier op Paros dan zie ik dagelijks een ezeltje, dat is niets bijzonders natuurlijk en als die ezel of ezelin de natuur volgt komt de opvolging als bijna vanzelf. Daar zou dus niet het ‘probleem’ hoeven te liggen, nee, het is het mannetje dat achter of naast die ezel zijn zelf verbouwde verse groentes en tomaatjes verkoopt. Door de kleine straatjes, met links en rechts zijn mandjes verse vitamientjes op de rug van de ezel, roepend naar en aankloppend bij zijn klanten, elke dag weer. Dimitri is één van de meest gefotografeerde ‘objecten’ van het eiland. Zijn dagelijkse toer duurt volgens mij minimaal de helft langer dan hij daadwerkelijk nodig zou hebben, maar hij laat het zich graag overkomen, want en passant verkoopt hij aan de fotograaf direct ook nog wat tomaten. Dus het kiekje snijdt aan twee kanten. Mocht Dimitri, die al aardig op leeftijd is, op een dag stoppen, dan is er niemand die nog met een ezel door de straatjes wil trekken en dan houdt dit ‘verschijnsel’, deze leuke en pittoresk aandoende bezienswaardigheid op. De ezel zal kunnen gaan genieten van de grassprietjes op het stukje grond van de baas en zal vervangen worden door helemaal niets en zal iedereen op de hoek bij de groenteboer of supermarkt de dagelijkse groenten zelf moeten gaan halen. Mogelijk dat er iemand opstaat en het met zo’n ‘Piaggio’ wil gaan doen, maar daar is weinig kans op.



Sinds ik terug ben op Paros zit er ’s avonds een mannetje op de boulevard op een bouzouki te spelen en zingt daarbij ook nog eens. Z’n kist open voor hem, voor het verzamelen van wat eurootjes extra, maar dat wil niet altijd vlotten.
Zijn stem is van een dusdanige kwaliteit, dat de vissers na zonsondergang voor de Kastro, want daar is z’n vaste stek, tussen de twee lantaarnpalen voor het broodnodige licht om zijn snaren te kunnen zien, nagenoeg niets meer vangen en dat is nog netjes uitgedrukt. Het licht van de lantaarns moeten de snaren voor hem zichtbaar houden, maar er zit een maar aan de snaar.
De bouzouki is al wat jaartjes oud en een paar jaar geleden beschikte het apparaat, normaal zitten er zes of acht snaren op, zegge en schrijve over twee snaren.  Na een hele zomer te hebben gespeeld, getokkeld, zijn de geïncasseerde euro’s geïnvesteerd in een derde snaar. Met twee snaren  en zijn zangtalent was er geen kat in de directe omgeving te bekennen, maar respect verdient de man, doorgaan tot de derde snaar en ook met deze investering werd de muziek er niet beter op. Soms proberen de commerciële groepen uit Peru, die je in het seizoen overal op ziet treden, hem te verdrijven van zijn plekje tussen de lantaarns, maar no way, daar zit’ie en daar blijft’ie, zoals het hoort.

In één van de vele kleine straatjes, ergens achterin een hoekje verborgen, een inham, een nis met een deurtje ervoor met daarachter een mannetje van dik in de zeventig, een klassieker waar al heel lang geen wegenbelasting meer voor hoeft te worden betaald, een echte nog. Eentje van de oude stempel, een schoenmakertje die echt bij zijn leest is gebleven, een kras oud baasje die dagelijks nog een beetje rommelt aan de schoenen van de buurman of buurvrouw. En alles dus nog op de oude manier, zoals toen, zoals hij is begonnen, zoals hij het nog heeft geleerd of gewoon zo is gaan doen, stikken van het leer met het handje en niet met een naaimachine. Als je je schoenen brengt zijn de zolen haast weer aan vervanging toe voordat ze klaar zijn, want de tijd heeft en heeft hij ervoor.
Maar ook hier, wie zal het overnemen, zijn kinderen, nee, die hebben een andere keuze gemaakt, zijn kleinkinderen, nee, nog niet, wellicht is er nog enige hoop. Maar nu hangen er uitsluitend de fraaie tekeningen die opa heeft gekregen van die kleine artiesten, maar die duiden niet op een drang naar een carrière als vervangers van ouwe zolen. Mocht de mening alsnog veranderen, dan is dat mooi voor opa, maar één ding staat dan wel vast, met het handje alleen als het niet anders kan, anders op de ‘Singer’, in razend tempo.

Meer en meer verdwijnen de klassiekertjes, de bezoekerswaardige dingen en mensen waarvoor je op een eiland zoals Paros nog even een dorp verder wil gaan kijken, nog een dag langer blijft. Al dit soort zaken vergaan, worden of niet meer gedaan of zijn vervangen door een moderne manier van uitvoeren. Traditioneel souma stoken, een bijeenkomst met klank en zeker smaak. Met z’n allen wachten op het straffe brouwseltje onder het genot van mezzes, bouzoukimuziek, sterke verhalen en souma, die van de vorige stook, anders duurt het wachten zolang. Illegaal zal het tafereel nog wel even stand houden, maar voor de verkoop via de commerciële kanalen is het traditioneel stoken reeds vervangen door grote distilleerketels, voor honderden liters tegelijk.

Olijven plukken, met stokken de rijpe delicatessen uit de bomen en slaan en de manden vullen, ezeltje vol, de berg af naar het dal, uitzoeken en dan prepareren voor de olie of als finishing touch op de Griekse salade. De stokken zijn vervangen door ronddraaiende plastic molentjes, een soort van groot uitgevallen tandenstoker met een flosuiteinde. Er loopt nog iemand tussen en onder de bomen door, maar als ook dit zou kunnen met iets mechanisch, zit ook deze man of vrouw nog uitsluitend achter het sorteerbakje, met een hijgerige ezel in de nek. Er is nog steeds geen machine die een kwaliteit beter kan beoordelen dan het menselijk oog en het gevoel.

Gelukkig kunnen we aan de haven nog genieten van de activiteiten van de kleine vissers. Netten boeten en herstellen, meters lang liggen ze op de kade en zitten ze in groepjes, onderwijl heerlijk keuvelend, de zaak weer op orde te brengen voor de volgende trip. Een genot om te zien en na terugkomst een streling voor de tong in de diverse restaurantjes. Maar ook hier wordt het aantal kleiner en kleiner en worden de traditionele bootjes, varka’s, vervangen door snellere exemplaren in polyester uitvoering.
Hiermee verdwijnt langzaam het schitterende geluid van de tweetakt ploffertjes ergens onder een houten hoedje in het midden van het houten bootje. De visser statig rechtop aan het roer van zijn rots in de branding, zijn broodwinning. Als je de afmeting van zo’n visserbootje neemt en dit afzet tegen de afstand de zee op, is het vaak onvoorstelbaar hoever ze gaan en de soms hoge golven trotseren voor een maaltje heerlijkheden. Voor eigen familie en een klein beetje extra voor een aanvulling op het zakgeld, maar nooit veel te veel, er is morgen weer een dag en de vis wacht wel op hem, hoopt hij.
Inmiddels liggen deze notendopjes zij aan zij naast de moderne trawlers, de niets ontziende en alle soorten vis verslindende stofzuigers. Netten vol met alles wat maar zwemt, klein, groot, octopus of calamaris, maakt niet uit, zuigen en binnenbrengen.

Zongerijpte tomaten, aan een stok gebonden plantjes die langzaam omhoog groeiden en dan vervolgens de meest smaakvolle, gifvrije rode rakkers produceerden. Vervlogen tijden, uitzonderingen daar gelaten natuurlijk, vervangen door kassen, onder een glazen dak  productie maken, plantjes aangesloten op de computer, gepulseerde voeding, samen met groeiversnellende bestanddelen in het wortelstelsel pompend en op geplande tijden gaat het kunstmatig regenen, door een buisje. En dat moet dan een tomaat brengen, een ‘tasteful’ onderdeel van de fameuze Griekse salade.
Gelukkig zijn er ook kassen waar de natuur daadwerkelijk wordt nagebootst, althans gifvrij wordt geproduceerd, want regenen doet het niet echt onder het fraaie afdakje en de zon krijgt geen eerlijke kans om het vruchtje de echte smaak van zon mee te geven. De daken worden, om verbranding van de planten te voorkomen, namelijk witgekalkt met een factor zestig. De smaak is goed, echt goed, maar kan het nooit echt halen bij de enige echte, de klimmer en geduldige uitvoering. Misschien hier en daar een plekje veroorzaakt door een vlieg of ander insect op zoek naar voedsel, maar dat maakt niet uit. De echte smaak daar gaat het om, je moet ze ruiken en dan erin bijten, hard en sappig, waarbij het sap langs je kin zo je boordje in loopt, dat zijn de échte.

Iconen op het eiland, iconen bedoeld als mensen die iets zijn, die iets te bieden hebben. Zo ook deze familie, iconen en iconenschilders, moeder, dochter en zoon maken op de traditionele wijze deze afbeeldingen. In een atelier waar de tijd is stil blijven staan, gezellige chaos met overal eerste opzetten, half gevorderde taferelen op paneel, stukken natuursteen of de oude dakpannen. Boeken met heiligen, schetsen en vele, vele tubes verf en potten met kwasten. Schildersezel met een bijna voltooide icoon, alleen nog even het bladgoud in de krans boven het hoofd van een te paard gezeten heilige. Iconen voor de diverse kerken en kloosters op het eiland en Athene, voor het piepkleine winkeltje naast het atelier. Hier kunt u ook zien hoe er wordt gewerkt aan deze fraaie kunststukjes, stukjes kunst volgens traditie gemaakt, gemaakt met een achterliggende geestelijke gedachte. Iconen in verschillende stijlen, de moeder en dochter schilderen zonder daar enige opleiding in te hebben genoten in hun eigen stijl. De zoon kan na een gedegen opleiding aan de Academie in twee verschillende stijlen schilderen, naast zijn geheel eigen stijl ook de Byzantijnse. Hier is de toekomst voorlopig gegarandeerd en zullen er nog vele fraaie werken dit atelier kunnen verlaten om in even fraaie locaties te kunnen pronken aan de muur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten