Trebor's Flarden, belicht in telkens korte stukjes, verhaaltjes, anekdotes het leven, het be’leven,
op een Grieks eiland.
Soms direct, soms van veraf, soms via de media of van horen vertellen of zeggen, mond tot mond.
Als je weg bent uit de directe invloed van ooit thuis, ga je dingen anders zien, anders benaderen en
beoordelen, kritischer of soms lacherig.

vrijdag 25 februari 2011

Knokige en roestige knieën...


Een zomerse, hoe kan dat op een Grieks eiland, zaterdagavond, hoog bezoek uit de voorstad van de grote stad Athene, Olympiakos Pireaus komt voetballen tegen een team van Parosianen. Althans de grote sterren van toen, de ouwe garde met voetbalvernuft en veelal nog optimale techniek. Al gaat het rennen gepaard met wat meer achtergrond geluiden dan toen, hijgen, puffen en knarsende botten onder de te leveren inspanning. Het sprintje over honderd meter van toen is inmiddels gereduceerd in een sprintje over tien meter, om vervolgens de zaak over te laten nemen door een teamgenoot, voor de volgende tien meter. Van doel tot doel is circa honderd meter, dus het hele team komt aan de bal voordat deze er vanaf de eigen keeper er bij de ander keeper in ligt, goal, even bijkomen allemaal.

Maar voordat er gespeeld kan gaan worden, de aankomst van de bus van de oud gedienden, om vervolgens overstelpt te worden door de aanwezige fans en hun ‘harde kern’, Gate 7, voor de handtekeningen en de foto’s natuurlijk.
Kleedkamer, voor zover ze niet al compleet in tenue waren en dan warm lopen en de spieren stretchen, om vervolgens ongeveer een uur in de line-up te staan. Wachten en luisteren naar de vele speeches en dan actie, eindelijk zou je zeggen, nee, dan worden de spelers naam voor naam genoemd en moeten ze één voor één naar voren komen, handje kussen van de inmiddels ook gearriveerde Papa van de Orthodoxe Kerk, om uit handen van de burgemeester een oorkonde, een tasje van Paros met daarin wat souveniertjes en een icoon namens de kerk in ontvangst te nemen.
Ik telde zesentwintig spelers, twee verzorgers en een voorzitter, aan twee kanten, want na Olympiakos werden ook de spelers van de thuisploeg bedeeld met, dus nog eens een mannetje of vijfentwintig daar achteraan.
Tel daarbij het uitwisselen van bekers, erekruizen van de kerk, medailles en de fraai gegraveerde bokalen voor een ieder die ook maar iets van betekenis is of was geweest in het tot stand komen van deze wedstrijd.
De supportersclub van Olympiakos Pireaus op Paros ontvangt alle lof en bijbehorende versierselen voor jarenlange, trouwe aanwezigheid en steun aan de grote, de echte van Pireaus.
Gedurende de hele ‘ceremonie’ staan een zestal, schaars geklede, schoonheden, zich in het zweet te dansen, de cheerleaders geleend van de basketballers van hetzelfde Olympiakos Pireaus. De super profs, die weten hoe je een balletje via wel of geen bord in een netje moet deponeren. Van dichtbij twee en van veraf, net achter een lijntje, goed voor drie punten.
Wat die schoonheden met hun benen hoog in de lucht allemaal uitvoeren is onvoorstelbaar, waarbij één ding zeker is, probeer het in ieder geval zelf niet uit, want zes weken hospitaal of en cursus hoe kom ik weer uit de knoop, zal minimaal je deel zijn.
Voor de camera aantrekkelijke beelden, waarbij je toch af en toe even uit moest kijken dat de lens niet zou beslaan of het oog naar rechts keek, terwijl de actie op links werd uitgevoerd, door de één of andere spreker op het verkeerde podium.

De wedstrijd, een zich traag afspelend potje zomeravond voetbal, doordrenkt met techniek en clever denken. Maar als werkelijk kijkspel, vervelend en weinig acties te schieten. De tel ben ik kwijtgeraakt, maar volgens mij was het iets van zeven tegen twee, voor de rood met wit uitgedoste veteranen, de toppers van weleer.
Het was nog lang gezellig en alle fans konden ook na afloop hun hart ophalen met verhalen, handtekeningen verzamelen en het op de foto gaan met hun favoriet van toen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten